De voedingsstoffen van mijn eetstoornis

Het lijkt absurd hoe je een eetstoornis dag in en dag uit kan volhouden. Ik weet nog dat ik voor mijn eetstoornisperiode een documentaire zag over eetstoornissen en ik niet begreep hoe mensen dit konden krijgen en vooral waarom het voor hen zo moeilijk was om er komaf mee te maken. Natuurlijk weet ik nu maar al te goed wat een eetstoornis in stand kan houden aangezien ik het zelf heb mogen ondervinden.

Angst voor de ‘gevaarlijke’ wereld

Ik was bang om te leven, bang om iets verkeerd te doen, ik was ervan overtuigd dat ik niets kon en ik in alles zou falen. Ik wou weg van deze wereld, ik durfde niet te leven en verborg mijzelf in mijn ‘veilige’ eetstoorniswereld waar ik niets verkeerd kon doen. Mijn eetstoornis gaf mij een gevoel van veiligheid en bescherming tegen de enge wereld, het was een wereld dat alleen van mij was en waarin ik mij volledig kon laten zakken. Ik dacht dat mensen er enkel voor mij konden zijn wanneer ik het moeilijk had, dat ze mij enkel maar wilden beschermen uit medelijden. Ik was bang dat wanneer ik mijn  eetstoornis zou loslaten, dat ik dan naakt in een gevaarlijke wereld zou terechtkomen waarbij iedereen op mij kon schieten. Dit zorgde ervoor dat ik mijn eetstoornis niet durfde loslaten. Ik was bang om te leven in deze wereld, bang voor het onbekende.

Zelfhaat

Ik vond mijzelf nooit goed genoeg, ik haatte mijzelf, kon niet begrijpen waarom mensen belang aan mij hechtten en voelde me niets waard. Ik focuste op mijn lichaam omdat ik dacht dat mensen mij enkel maar graag konden hebben als ik slank was. Want wat stelde mijn karakter nu voor, ik vond mijzelf een minderwaardig en lelijk misbaksel die zich schuldig moest voelen voor haar bestaan. Ik mocht van mijzelf niet gelukkig zijn, want dat verdiende ik niet. Pijn was het enige dat toegelaten was en dat ik kon aanvaarden. Ik was zo ongelukkig en ik genoot er stiekem van. Hoe slechter het met mij ging, hoe meer voldoening ik kreeg. Ik maakte mezelf kapot en ik voelde me erdoor sterk. Door de pijn kon ik in mijn zwarte wereld kruipen dat afgezonderd was van alles.

De rol van het wel of niet eten

Ik projecteerde mijn zelfwaarde aan mijn gewicht en aan het wel of niet eten. Eten was voor mij een straf, het maakte me dik en lelijk en ik linkte het aan gulzigheid. Eten gaf mij een vol gevoel terwijl ik gewoon leeg wou zijn en wou verdwijnen. Vermageren gaf mij voldoening, dan had ik het gevoel dat ik goed bezig was en ik iets kon bereiken. Deze gedachten zorgden ervoor dat ik mijn hongergevoel kon manipuleren en mijn lichaam op die manier kon controleren. Tegelijkertijd was niet eten ook een straf, want ik at zeer graag. Dit zorgde ervoor dat ik tussen de anorexia en boulimia bleef hangen en dat wat ik ook deed, dat ik spijt ging hebben.

Gehecht aan pijn

Naast het enkel toelaten van pijn, had ik het moeilijk om gelukkig te zijn. Het was een gevoel dat ik niet kende en ik wist niet hoe ik met deze gevoelens moest omgaan. Ik was bang om gelukkig te zijn, omdat ik wist dat het voorbij zou gaan. Ik kon niet omgaan met het leven, ik kon niet omgaan met tegenslagen, waardoor ik het makkelijker vond om geluk niet te voelen. Dan moet ik namelijk nooit teleurgesteld zijn wanneer het weggaat.

Ook zag ik geluk als een teken van dat het goed met mij ging, terwijl ik niet wou dat mensen dit dachten. Ik wou hen enkel tonen hoe slecht het ging en dat ik hulp nodig had. Als het beter met mij gaat, dan zouden ze minder voor mij zorgen waardoor ik er alleen voor stond. Gelukkig zijn en zelfliefde zag ik als een zwakte want dan gaf ik toe aan aangenamere gevoelens terwijl pijn het enige was dat ik verdiende.

Schaamte

Tijdens mijn eetstoornis en mijn herstel ervan heb ik vaak schaamte gevoeld. Ik was beschaamd voor alle zaken die ik deed en die ik dacht. Hierdoor loog ik tegen mijn omgeving uit angst dat ze mij gestoord zouden vinden of dat ze mij zouden berispen. Een eetstoornis laat je allerlei vreemde dingen doen, dingen waarvan je liever hebt dat niemand het weet. Uit de vuilnisbak eten, bevroren voedsel eten, je nachtkastje vernielen doordat het weggestoken voedsel er ligt te rotten, eten stelen… Het zijn allemaal zaken die je het liefst voor iedereen verbergt.

Ook tijdens mijn herstel was schaamte een struikelblok. Ik verwachtte van mijzelf dat ik mijn eetstoornis op één seconde achter mij kon laten, want ik wilde tonen dat ik sterk was. Ik wou niet laten blijken dat ik nog steeds last had van mijn eetstoornis, want dan had ik gefaald. Hierdoor loog ik tegen mijn omgeving zodat ze trots op mij konden zijn, ik wilde niet falen. Ik had geen geduld met mijzelf en wanneer ik terug toegaf aan mijn eetstoornis, brak ik mezelf volledig af.

Dit alles versterkte enkel mijn eetstoornis. Het was pas toen ik de schaamte doorbrak, dat ik geholpen kon worden en stappen vooruit kon zetten.

Vasthangen in schijngevoelens

Zoals je misschien al gemerkt hebt, lees je dat wat ik ook doe, dat het nooit goed is. Sterk voelen door te tonen dat het slecht gaat, maar ook door te doen alsof het goed gaat; je slecht voelen door te eten, maar ook door niet te eten; je slecht voelen door ongelukkig te zijn, maar ook door gelukkig te zijn… Wat ik ook deed, het was nooit goed en het eindigde in een ongelukkig en gefaald gevoel. Door toe te geven aan de schijngevoelens, belandde ik telkens in de vicieuze cirkel van ongelukkig zijn. Een typisch voorbeeld uit mijn eetstoornisperiode is de volgende. Iedere avond zei ik tegen mijzelf dat ik het de volgende dag beter zou doen, maar toch werd ik iedere ochtend wakker met eetdrang. Ik hoopte dat ik alleen kon zijn in de keuken zodat niemand mij moest tegenhouden en ik mijzelf kon laten gaan. Dit terwijl ik ook hoopte dat er iemand aanwezig zou zijn zodat ik niet kon toegeven aan de eetdrang en ik dus geen spijt zou hebben van mijn acties. Ik was dus volledig afhankelijk van mijn omgeving, want ikzelf had mezelf niet in de hand. Maar geen enkele optie maakte mij gelukkig. Bij het alleen zijn, had ik een eetbui, had ik nadien erg veel spijt/zelfhaat en sportte en/of kotste ik om het ongedaan te maken. Wanneer er wel iemand in de keuken was, dan groeide enkel mijn eetdrang, werd ik erg gefrustreerd en werd ik op iedereen kwaad, probeerde ik hen weg te krijgen en zocht ik allerlei manieren om stiekem te eten. Wat uiteindelijk ook weer resulteerde in spijt en verkeerd eetgedrag.

Ik zat vast in een vicieuze cirkel van schijngevoelens, en telkens zocht ik naar een oplossing voor het schijngevoel. Maar wat ik ook deed of dacht, ik belandde steeds bij spijt. Ik voelde me een mislukking en ik was overtuigd dat ik er nooit van af zou geraken.

Doorbraak

Angst, schijngevoelens, schaamte, perfectionisme, verkeerde overtuigingen… het zijn allemaal elementen die mij in mijn eetstoorniswereld hielden. Je kunt de eetstoornismuren niet doorbreken door middel van symptoombestrijding: je kunt een eetbui niet oplossen door niet meer te eten of door te braken/sporten. Van een eetstoornis herstellen lukt enkel wanneer je de wortel aanpakt en je jezelf uitdaagt om het tegenovergestelde van je eetstoornis te gaan doen. Het kan enkel door de angst, schaamte en perfectionisme te doorbreken en door de schijngevoelens en verkeerde overtuigingen te ontkrachten. Bewustzijn en zelfanalyse is hierbij de belangrijkste stap. Doorbreek de cirkel en in plaats van de symptomen op te lossen, blijf zoeken naar de oorzaken die de eetstoornis in stand houden.